foto Petra Heyboer
Vooraan op de foto een dot sisal om etsen af te vegen. Daar achter een bord met loodmenie, gemengd met stand-olie. Een metalen bordje ook met menie-mengsel. Een potje met standolie en een stokje om er wat van te pakken.
Een kolenschep met pigment: bruine omber en lampe-zwart. Een spatel om het met stand-olie te mengen en er wat van te pakken en op het zink te smeren. Op de achtergrond pas gedrukte etsen.
>
foto Petra Heyboer
Een stapel plywood, het materiaal waarmee Anton zijn schuren bouwde. Een grote gietijzeren pan met petroleum en kwasten
om de etsen schoon te maken na het drukken.
Lappen om de etsen vervolgens droog te vegen.
Een strook papier waarop Anton verschillende kleuren oker uitprobeerde.
Daaronder een strook die de verfwinkel heeft gemaakt zodat hij kon kiezen.
Een blad waarop Anton verschillende pigmenten uitprobeerde.
Iedere kleur had voor Anton een specifieke betekenis. Ook het materiaal waarvan zij gemaakt waren. Omdat ze oer-betekenissen uitbeeldden, kon het niet anders of zij moesten ook van natuurlijk materiaal gemaakt zijn. Dus de kleuren zelf van de aarde. Siena zoals het rondom de stad Siena in Italie gevonden wordt. Blauw van gemalen steen.
Oker is de kleur van de aarde en het vrouwelijke. Blauw is de schoonheid als schoonheid, dus die niet voor enig doel gebruikt wordt, anders dan de schoonheid zelf.
Zwart is het verleden. Groen is evenwicht. Wit en Siena samen zijn levenskracht. Wit is onschuld en wat niet door het leven overheerst wordt. Rood is kracht. Wit en rood samen zijn conflict.