Anton Heyboer®

Anton Heyboer

 

Leven als kunst
kunst als leven

Anton Heyboer

Volendam

Anton in compleet Volendammer pak, alleen de pet komt van elders. De kruisen heeft hij gekregen van Volendammer priesters en nonnen, die ze niet wilden wegleggen toen de kerk niet langer wilde dat ze gedragen werden. Van Anton wisten ze dat hij ze in ere zou houden.

Anton combineerde wat hem op dat moment aanstond. Een kapiteinspet, Volendammer baai en Urker broek. De baaien Volendammer broek was 's zomers erg warm.

Vroeger was deze broek veel korter, net als de Urker pilo broek, maar in de loop der jaren werd hij lang. Pilo is engels leer, het is zwart, maar door de zon wordt het prachtig zilverig grijs.
De klompen zijn gemaakt van speciaal zacht hout, waardoor de vissers niet konden uitglijden op het houten dek van de botters.
Het jasje heeft niet met enige klederdracht te maken. Het was een handig jasje met veel zakken, waarin Anton altijd een bult hondenkoekjes had. Soms kreeg zijn hond Elza het jasje te pakken, en at de zakken er met inhoud en al van af.

Maria: "Anton wilde nooit gewone kleding dragen. Kleding moest voor Ton een levens-houding vertegenwoordigen en ook de romantiek van een leven.

Visserij heeft in alle vormen altijd een grote aantrekkingskracht op hem gehad. Niet vissen met een hengel langs de slootkant, maar meer de beroepsvisserij. Hij had in IJmuiden een tijd op een boot gewoond, met Erna en met Puck en ook met Frans Verpoorten, een Haarlemse kunstenaar. Daar is het begonnen.

Toen we in Den Ilp kwamen, dat toen nog boerendorp was, hebben we in het begin boeren-goed gedragen.

Toen Anton en ik Volendam ontdekten, zijn wij beiden in het Volendams gaan lopen. Geertje Kwakman was naaister, zij verzorgde de kleding voor ons. Wij kochten oude lapjes om jakken van te laten maken door een vriendin van Geertje, die dat erg mooi kon. Het moesten wel altijd werkkleren zijn, dus geen kerk- of Zondags goed.

Bij Geertje thuis, waar wij toentertijd regelmatig kwamen, aten wij vaak tussen de middag zootje - gekookte aardappelen met gestoofde aal met zuurdoopje dat geserveerd werd in een aardewerken vergiet dat midden op de tafel werd gezet op een plastic tafelkleed. Het vocht dat er uit liep, werd steeds weggeveegd."