De Omvalspoort in Haarlem is een mooi klein hofje. Het is een smal steegje tussen Groot en Klein Heiligland, dat zich in het midden verbreedt. De huisjes zijn klein en dicht op elkaar.
Daar woonde Nina. Ze werd de mooiste vrouw van Haarlem genoemd, of in elk geval de weelderigste. Dat had veel te maken met de vrijgevigheid, waarmee ze iedereen daarvan liet genieten.
Op een dag had ze Anton binnen genodigd. In 1948 liep hij bijna elke dag door deze steeg. Vanaf de Zonnesteeg waar hij woonde, naar Klein Heiligland, door de Omvalspoort naar Groot Heiligland, waar Henry Boot woonde, en waar wat later Eva en Polly galerie Espace oprichtten.
Op die dag verdween Nina ineens naar haar slaapkamertje en Anton hing uit het raam om rond te kijken en op haar te wachten. Toen ze weer verscheen, droeg ze een peignoir met duidelijk niets daar onder. Ze hing over Anton's schouder om mee te kijken - intussen viel de peignoir natuurlijk wijd open.
Later had Anton spijt, dat hij daar niet op ingegaan was. Zo onervaren, zo netjes, kort gezegd: zo stom. De spijt kwam pas na vele jaren, waarschijnlijk toen hij vergeten had, hoe riskant het was om er wel op in te gaan.
Het stukje over Nina vertellen ze in Borger ook, maar dan gaat het over een dame in Borger. Niet van Nina’s soort, maar tegenovergesteld, een deftige die een oogje op Anton had. Maar ook de openvallende peignoir. Volgens Joke heeft Anton dat zelf ook verteld, dus ik weet niet welk verhaal klopt, of misschien allebei.