In 1973 had ik een groentetuin. Natuurlijk moest mijn groene kunstwerk vereeuwigd worden. Er werd toevallig toen een fotoreportage gemaakt voor de Nieuwe Revue, en de fotograaf had een Rolleyflex voor me.
Toen Anton mijn foto's zag, vond hij dat niks. Ze waren klein, 6 x 6 cm. en grijs. Je zag niet veel. Hij regelde dat ik prima camera's kreeg, twee Hasselblads. Ook kocht hij fotopapier van 30 x 40 cm. met de voorwaarde dat dit voortaan de maat zou zijn. Maar die camera's en die afmeting maakten het fotograreren tot iets heel anders. Tot een nieuw avontuur in ons leven.
Anton greep de Hasselblad en liep het land op. Hij knipte achter elkaar het eerste filmpje vol. Het had net geregend, dus alles glom van de nattigheid. Hij gaf me het filmpje en ik ontwikkelde het. Behalve papier had hij ook alles aangeschaft om te ontwikkelen. Kokers voor vele filmpjes tegelijk, een vergrotingslamp enzovoort. Dat eerste filmpje was echt lastig, maar ik kreeg het al gauw te pakken.
We fotografeerden allemaal en het groeide tot vele honderden afdrukken, vooral toen Anton er collages mee ging maken.
In 2013 vond Leo Duppen, dat er een fotoboek over Anton Heyboer moest komen. Ik had hem verteld over de ontelbare negatieven, en hij had er afdrukken van gezien. Veel had ik al gescand, maar blijkbaar niet op de juiste manier. Plat op het glas van de scanner, waardoor ze Newton-ringen vertoonden. Bovendien zaten ze vol stofjes en haartjes, omdat ons huis nogal stoffig is. Dat betekende dus opnieuw scannen. We zochten er 1200 uit van de ruim 25.000.
Intussen was er een ramp gebeurd. De negatieven vertoonden vele plekjes die op schimmel leken, en die schimmel groeide met de dag. Paniek. Een fotograaf raadde me aan, ze in de diepvries te stoppen. Dat hield de voortgang ervan tegen, maar hoe kon ik ze schoon krijgen? Ze werden bovendien nog vochtiger. Geen enkele oplossing hielp, ook het fotomuseum wist niet wat te doen. Tot ik het idee kreeg, dat ik allereerst iets tegen de vochtigheid moest doen. Ik pakte alle negatieven-boeken in plastic, met een flink aantal silica-gel zakjes erbij. Ze droogden op. En het wonder geschiedde - de plekjes verdwenen langzaam aan! Misschien waren het kleine bacillen-eilandjes door het vocht of iets dergelijks.
Duitse dog in donkere stal: voor en na de silica-gel behandeling
Dus dat betekende opnieuw alles scannen. Tussen alle werkzaamheden door. Double-tasking: steeds een negatief in de scanner en terwijl hij bezig was, doorgaan met het andere werk. Het scannen duurt vrij lang als je zo'n hoge resolutie nodig hebt.
Nu is het boek bij de drukker - en ik moet nog wennen aan al die vrije tijd. En aan de kalmte van 1 ding tegelijk doen.
Het boek is bij ons te koop, met drie handtekeningen
De tentoonstelling wordt geopend op 16 April om