Ton wilde niets bezitten. Hij zei, als hij bezit had, kon hij niets meer maken. Dus geld werd uitgegeven, of niet eens verdiend... Hij was er niet op uit om veel te verdienen. Genoeg om van te leven, dat vond hij wel erg belangrijk. Niet voor zichzelf, hij zou zich toch altijd wel redden. Maar als je voor een vrouw moest zorgen, dan moest er genoeg geld zijn.
Als hij bij een vrouw wegging, liet hij altijd alles achter. Een vrouw moest veilig zijn, hij zelf was een zwerver. Hij vertelde eens, 's ochtends, dat hij die nacht zo'n mooie droom had gehad - de allermooiste droom ooit. Hij leefde op een terrein met allerlei grote machines en stellingen en kranen. Het leek op een verlaten terrein van een scheepswerf of een verlaten overslagterrein aan de haven. Hij leefde onder een van de grote ijzeren kranen. Wat verderop woonden een paar vrouwen in een hutje. Zij bewonderden die eenzame zwerver, die daar onder die kraan woonde, en samen praatten zij over hem.
In de tijd dat Ton omging met dr. Jan Piers, maakte hij veel werk. De galerie hoefde meestal maar 1 afdruk, en lang niet van alle etsen. De oplage, die hij er meestal op zette, 9 stuks, haalde hij zelden. Alleen als Der Spiegel een tentoonstelling maakte, en meer nodig had, werden er meer afdrukken gemaakt. Piers kreeg van elke ets een afdruk, en betaalde in ruil daarvoor een koelkast of een auto en dergelijke. Alles wat van de galerie terugkwam, ging ook naar Piers. Wat hij helaas naliet, was om de beloofde levens-verzekering voor Maria af te sluiten. Ton had aan Piers een heel grote stapel werk gegeven, en dan zou Piers zorgen dat Maria altijd genoeg had om van te leven, ook als Ton dood zou gaan. Die stapel werk was Maria's collectie, maar als er een verzekering was, zou ze die niet nodig hebben...
Toen er een tweede meisje kwam, ontstond er een probleem. Als Ton werk maakte, en dat dan aan die twee vrouwen gaf, zou er successie betaald moeten worden als een van de twee overleed. Of de belasting dat in werk zou accepteren, was niet waarschijnlijk. Maar geld was er niet. Het gevolg was, dat Ton alleen werkte voorzover hij het kon verkopen. Er was geen motivatie om meer te maken, integendeel. Daarmee bracht hij hen alleen maar in gevaar. Dus van elke ets drukte hij er 1 af voor galerie Espace. Galerie Der Spiegel had hij intussen weggestuurd.
In 1972 kocht hij twee landrovers. Hij kwam bij de handelaar voor iets, misschien een reparatie, en kwam daar een meneer in keurig zwart pak tegen. Het bleek de advocaat van de handelaar, want er was iets mis gegaan. Ze kwamen in gesprek, en Ton vertelde van zijn probleem. Hoe kon hij voor die meisjes zorgen als bezit ze in gevaar zou brengen?
De advocaat is daarover gaan nadenken, en in boeken gaan zoeken, en hij vond een oplossing. Een verblijvingsbeding. Tegenwoordig heet dat voortzettingsbeding. Het is een constructie om te zorgen dat kleine bedrijven, meestal familiebedrijfjes, kunnen blijven voortbestaan als een van de leden overlijdt. De successie wordt dan uitgesteld tot de laatste, of totdat het bedrijfje opgeheven wordt.
In 1977 hebben we de "VOF Heyboer ML" opgericht. ML staat voor Maria en Lotti. Alles wat we hadden, werd bezit van de VOF, daarbuiten, persoonlijk, bezaten we helemaal niets. Dat kan alleen als je werkelijk op elkaar kunt vertrouwen.
Nu kon Ton net zoveel maken als hij wilde. Hij werkte veel harder, want dat was eigenlijk zoals hij werkelijk was. De ideeën die hij op papier of zink wilde vastleggen, waren er altijd. Nu stond er niets meer in de weg om ze allemaal ook uit te voeren. Hij maakte dikwijls werk op meerdere vellen aan elkaar. Zelfs tot 20 bladen: twee meter hoog en 6,50 meter lang. De meeste tekeningen waren niet zo groot, 1 tot 4 bladen was gangbaar. Het was heel stil werk, lange staande figuren, maar wel vaak met tekst er bij. "She and she as one, I and me as one as third". Zonder uitleg klinken ze cryptisch, met uitleg zijn ze wel te begrijpen: twee vrouwen als eenheid, Ton zelf als innerlijke eenheid, dan is het leven compleet als drie-eenheid.
Toen er meer meisjes kwamen, werden zij ook in de VOF opgenomen. In 1981 werd de VOF Heyboer ML veranderd in VOF Heyboer-Malomajo: Maria, Lotti, Marike, Joke. Alle bezit was van iedereen. Dus ook wat Maria en Lotti al hadden, was nu bezit van alle vier.
Voor Ton betekende de VOF vooral vrijheid. Hij kon nu doen wat hij wilde. Al maakte hij stapels werk, het leverde geen problemen op. Hij had werken nodig, zijn geest stond nooit stil, er moest altijd iets uitgewerkt worden, opgeschreven, uitgebeeld. Als hij niet werkte, bestond hij niet.