Het systeem wordt steeds meer een structuur waarmee Anton zijn etsen indeelt in gebieden van een bepaalde betekenis. Zij worden geometrisch, bijna zonder figuren, met ingetogen kleuren.
Dit zijn de etsen waarmee Anton op zijn tentoonstelling bij Espace zoveel succes boekte. Het is het werk waarmee hij "ontdekt" werd.
De afwisselende driehoeken blauw-oker zijn in 1977 het onderwerp geworden van een bijzonder grote serie ets-collages. Waar de driehoek oker is, kan (of hoeft) de geest niet te spreken. Het is de kleur van de aarde en het gevoel, die geen woorden nodig hebben. De geest wordt uitgebeeld door de figuur die van boven af het beeld in komt.
Oker en wit: levenskracht.
De ruitjes geven een conflict-gebied aan. In dit geval tussen verleden en onschuld.
Anton "ondertekent" op de plaat met een haantje met een ei in zijn buik: de creativiteit van de artiest.
De begrafenis van Erna's vader.
De rode baan is de stroom van energie tussen cosmos en aarde, die in deze ets in de artiest in 1 punt samenkomt.
Tegen het eind van 1957 verandert het werk, het wordt opener. De strenge structuur van lijnen en kruisen wordt een ondergrond om het werkelijke leven te volgen, zoals het zich ontvouwt.
De etsen zijn nu een middel om te noteren. De basis-structuur blijft dezelfde, maar gebeurtenissen en indrukken krijgen een plaats, en wat op dat moment daar buiten valt, hoeft niet vermeld te worden.
Deze ets en de volgende zijn deel van de collectie van het San Francisco Museum of Art.
"Eigen Onderbewustzijn". San Francisco Museum of Art.