Vanaf 1954 is Anton lid van de contraprestatie, maar het werk dat hij na zijn zielsziekte maakt, wordt niet bijzonder gewaardeerd. Hij maakt een aantal etsen gericht op de comissie die het werk moet beoordelen. Deze etsen worden aangekocht.
Zelfportret, etsend.
Zelfportret, schilderend, waarschijnlijk gemaakt voor de contraprestatie, omdat ze zijn 'echte' werk niet goed vonden.
Meisje bij spiegel. Ook voor de contraprestatie.
Ook de apostel-achtige figuren die hij in Drenthe op de muren tekende, komen terug. Zij zullen altijd in zijn werk aanwezig blijven.